Zomer 2025
Lente
Zomer
Herfst
Winter
Zomer 2025
14 juli 2025

Ik ben benieuwd wat de vlindertelling van het afgelopen weekend gaat opleveren. Gisteren ging ik er een paar keer buiten voor zitten maar het was overwegend bewolkt en in de middag viel er een prettige hoeveelheid regen. Ik zag een Bruin zandoogje (Maniola jurtina). Een mooi vlindertje dat er het fraaist uitziet als het met gespreide vleugels even zit op te warmen.

Met de vleugels gevouwen levert de vlinder een heel ander beeld op. De vlinder verzamelt nactar van verschillende planten. In augustus verschijnen de rupsen. Het vrouwtje legt haar eitjes op grassprieten.

Ook nog een Bont zandoogje (Pararge aegeria). Deze vlinder komt vooral voor in bosrijke omgeving. Het voedt zich met honingdauw van bladluizen, sap van vruchten (bv fruit dat je voor ze neerlegt) en nectar van diverse bloemen waaronder braam.

Wat zag ik nog meer: 1 Citroenvlinder, 1 Dagpauwoog, diverse witjes en 1 Boomblauwtje.
Helaas heb ik in de tuin nog niet veel dagvlinders gezien tot nu toe. In de krant van afgelopen weekend schreef een insectenkenner dat de vlinders fungeren als de kanarie in de kolenmijn. Het gaat zeer slecht met ze. Ook dit jaar zal de aanhoudende droogte, maar ook die van vorige jaren, van grote invloed zijn. Maar ook de enorme hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die jaarlijks over de akkers en velden wordt verspreid wordt als oorzaak genoemd. In het voorjaar zag ik nog wat Kroosvlindertjes, nu zijn ze niet meer te bekennen terwijl ze doorgaans tot ver in het jaar volop rond de vijver vlogen.
13 juli 2025

Langs de vijver vond ik twee larvehuidjes van een libel. Ze blijven volmaakt achter nadat de libel is uitgeslopen. Nadat een libel eitjes heeft gelegd in het water, sterft ze. De eitjes ontwikkelen zich in een paar weken. Die leeft (afhankelijk van de soort) 1 tot 2 jaar onder water. Sommige zelfs tot 5 jaar. In de zomer komt zo’n larve, die dan meerder vervellingen heeft doorgemaakt, boven water en klimt in een plant om zich uit de larvenhuid te werken.
Dat duurt een paar uur en gebeurt meestal in de ochtend. Dan is het nog relatief koud en zijn er weinig predatoren. De libel pomp vleugels en lijf op en moet nog een paar uur blijven zitten om uit te harden voor hij/zij kan vliegen. Daarna duurt het nog een poosje voordat het insect is uitgekleurd.

De huidjes waren van een Glazenmaker (Aeshnidae indet), de grootste libel van ons land. Het is een grote familie met meerdere geslachten. Het zijn felle jagers die snel kunne vliegen en zeer wendbaar zijn. Dit komt door de onafhankelijke beweging van hun vier vleugels, waardoor ze elke vleugel afzonderlijk kunnen aansturen om scherpe bochten te maken.

Op deze foto is goed te zien dat onder de kop een vangmasker zit dat de larve kan uitklappen bij het grijpen van een prooi.

Waar de vleugels zaten en de ogen, alles is nog te terug te zien in het lege huidje dat misschien wel het mooiste is van alle insecten. Is het niet een prachtig proces? Een van de vele wondertjes in de natuur. De kop heb ik in verband met de wind maar even binnen gefotografeerd, die weegt namelijk nauwelijks wat.

Zo’n larvehuidje blijft nog heel lang aan de plant hangen en je kunt het ook heel lang bewaren. Ik laat het aan iedereen zien die maar langskomt. De een vindt het prachtig, de ander griezelt ervan
10 juli 2025
Er kroop een Europese hoornaar over de grond en dat was vreemd. Alhoewel, drie jaar geleden was dit ook zo, ze hadden een baststuk van de es open geknaagd om er vloeistof uit te zuigen. Bij gebrek aan beter, zo vernam ik later van een deskundige. Op de grond werden er gevechten geleverd met hoornaars van een ander volk, zo was het vermoeden, en elke dag lagen er wel dode hoornaars onder de boom. Maar deze was alleen, ik had me al afgevraagd waar ze toch bleven. Het bleek dat de hoornaar op zoek was naar besjes die uit de krentenboom vielen. Maar die waren door de droogte verschrompeld. Dus legde ik een paar druiven bij het insect neer. De Europese hoornaar (Vespa crabro) is een heel rustig insect, totaal niet agressief en je kunt er met je neus bovenop zitten met de camera. Steken doen ze alleen als ze zich bedreigd voelen. Vijf kwartier is de hoornaar bezig geweest met sap zuigen uit de vruchten. Toen pas was de accu weer vol geladen en vloog hij weg. De hoornaar jaagt op vliegen, muggen en wespen, maar er zijn zo bedroevend weinig insecten!
Gewone agrimonie (Agrimonia eupatoria) is een geneeskrachtige plant, er worden allerlei homeopatische middeltjes van gemaakt voor diverse kwalen. In Zweden zetten ze er thee van. De plant stond vroeger ook bekend als verfplant. Bij ons is hij algemeen en groeit langs wegen, langs de bosrand enverruigde graslanden. In het noorden van het land is hij zelden te zien maar eerlijkgezegd heb ik hem in het wild nooit gezien. De plant bloeit met heel kleine gele bloempjes en omdat ik vooral het kleine erg waardeer nam ik hem mee uit mijn volkstuin waar ik hem van iemand kreeg. Daar zat ik steeds vol zaden als ik thuis kwam want die haken zich meteen vast aan alles wat voorbij komt. In de tuin wordt hij echter te hoog en te wild, zo merk ik, dus waarschijnlijk moet hij er uit, ook vanwege het uitzaaien.

In het voorbij gaan viel mijn oog op een rood beestje dat wegkroop in een knop van de Kogeldistel. Ik probeerde het te fotograferen maar telkens kroop het weg dus het was een kwestie van geduld. De Rode halsbandwants is een blindwants en deze naam slaat op het feit dat hij enkelvoudige ogen heeft waardoor hij alleen licht en beweging kan waarnemen. De meeste wantsen hebben samengestelde ogen, zoals een libel, en die zien een compleet plaatje. Veel wantsen hebben een hartvormig plekje op de rug wat ze iets “liefs” geeft….
Deze zomer zie ik heel weinig lieveheersbeestjes; eenmaal een citroenlieveheersbeestje en voor de rest alleen maar 7-stippelige (Coccinella septempunctata). Het lijkt mij niet vreemd want deze kevertjes voeden zich vooral met bladluizen en tot mijn verbazing heb ik die op de diverse rozenstruiken niet kunnen vinden. Dit exemplaar landde op de leuning van een tuinstoel.
In het voorjaar waren er wel veel zwarte luizen op de koekoeksbloemen. Het blijkt dat bladluizen sterk achteruit gaan en er wordt onderzoek gedaan naar de oorzaak.
4 juli 2025
De regen van eergisteren bleek een druppel op een gloeiende plaat. Wat is het ontzettend droog, de grasstroken in het dorp lijken compleet dood en in de tuin staan sommige planten erbij alsof het nooit meer goed komt. De kortdurende hittegolf werd uitgeroepen tot nieuw record maar notities in mijn “opschrijfboek” laten zien dat er al eerder soortgelijke hittegolven waren: “eerste week juli 2009 30-35 °, 2015 warmste begin juni 35,8 ° Inmiddels is het kroost van de Groene Stinkwants verdwenen en bleven de lege eischaaltjes achter. Ik kon het natuurlijk niet laten ze nog even te fotograferen. Het is zo prachtig allemaal, dat kleine in de natuur. Op de foto zie ik dat er een soort draadjes inzitten. Wat zouden die betekenen? Wie het weet mag het zeggen.
Groene stinkwants (Palomena prasina) vierde vervelling.
De zes rupsen van de Hemkruidvlinder waar ik over schreef zijn op een na verpopt. Je kunt precies zien wanneer dat gaat gebeuren, twee dagen hangen ze ondersteboven en onbeweeglijk tegen een stengel van de plant en kruipen dan naar de bodem om daar te verpoppen. Het laatst uitgekomen rupsje is er nu ook klaar voor. Allen nog even ontlasten, overbodig materiaal lozen. Het is telkens weer een mirakel hoe de rups in de cocon wordt afgebroken tot een verzameling cellen en hoe relevante cellen gebruikt worden om er een vlinder van te maken. Ik heb er diep ontzag voor.

Vanmorgen zag ik hoe een fors insect op het raamkozijn landde. Het was een Roodbaardroofvlieg (Eutolmus rufibarbis), 2 cm groot en met prachtige vleugels. Bijzonder is dat deze bruin van kleur zijn, doorgaans zijn insectenvleugels doorschijnend of hoogstens iets grijzig. Deze roofvlieg vangt andere insecten die vaak groter zijn dan zijzelf. Hun larven voeden zich met larven van andere vliegen. Het is een geslacht dat al heel lang op aarde is. De oudste sporen van het bestaan van deze familie zijn de 112 miljoen jaar oude fossiele resten van een roofvlieg, gevonden in kalkgesteente in Brazilië. Onvoorstelbaar!
2 juli 2025
Op een blad van een sperziebonenplant vond ik een paar dagen geleden eitjes van de groene stinkwants (Palomena prasina). Ze worden gelegd in groepjes en elk eitje wordt vastgeplakt aan de ondergrond. De jonge wantsjes, nimfen genaamd, maken 5 vervellingen door. Pas bij de laatste vervelling hebben ze vleugels en kunnen ze vliegen.

Afhankelijk van de temperatuur kan het wel tot 30 dagen duren alvorens de eitjes uitkomen. Met dit extreem warme weer duurde het slechts 4 dagen. Gisteravond zag ik dat ze daarmee begonnen waren maar het was al te donker om ze te fotograferen. Dat heb ik dus vanmorgen gedaan. En nu maar hopen dat het goed zal gaan met het voorspelde noodweer in aantocht.
1 juli 2025

De huidige droogte, gecombineerd met de extreme hitte zijn desastreus voor de natuur! Planten verdrogen en vlinderrupsen gaan dood bij gebrek aan voedsel, insecteneitjes verdrogen, vogels vinden minder te eten nu bessen verschrompelen aan de bomen en struiken. En wat te denken van de kleine zoogdiertjes, zelfs in je tuin. Zet daarom een plantenschotel met water tussen de beplanting en ververs het water voor de vogels als het hoger staat een paar keer per dag. In mijn tuin heb ik kleine strandsparasolletjes gezet boven kwetsbare planten. Japanse wasbloem (Kirengeshoma palmata) verbrand bij dit weer en dat wil ik voorkomen. Ook de rupsen van de helmkruidvlinder hebben zo ook schaduw. Ik vind het jammer om zo’n bloedhete dag z’n verwoestende gang te laten gaan.

Al twee nachten klinkt het geroep van de Ransuil (Asio otis) om het huis. Het zijn uitgevlogen jongen die bedelen om voedsel en dat zijn voornamelijk muizen. Als ze dichtbij in de boom zitten word je geheid wakker van die snerpende kreten die ze doorlopend ten gehore brengen. Tussendoor laten ook de oudervogels zich horen. Dichtbij het bos wonen is heel fijn maar dit hoort er ook bij. En ach, het is toch ook heel bijzonder. Vannacht vond de Groene kikker die al een poos in de vijver woont, dat hij maar een steentje bij moest dragen.
Nu het Zevenblad is uitgebloeid, doet de Pyjamawants zich tegoed aan de zaden. Vanwege zijn streepjespak wordt hij ook Gevangeniswants genoemd. Ik zie er minder dan andere jaren.
Op mijn volkstuin had ik altijd Zegekruid (Nicandra) staan. Een prachtige plant met frisgroene bladeren en mooie bloemen. De bloemen leven maar één dag maar er volgen dagelijks nieuwe. Na de bevruchting door insecten verschijnt er een mooie bes die vol zaden zit. Deze kunnen wel 10 jaar in de grond blijven en weer tot nieuwe planten leiden. De plant komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, uit Peru om precies te zijn. Nicandra is genoemd naar Nicandra Kalophonios, een priester van Apollo die in de tijd van de Middeleeuwse Attilla de Hun leefde en over giftige platen schreef. De bessen van Nicandra zijn licht giftig maar daar hoef je je geen zorgen over te maken. Iedereen heeft wel een plant of struik in zijn of haar tuin staat die giftig is zonder het te weten. In het voorjaar heb ik ze gezaaid en nu staan ze in volle pracht in de tuin.
Het Boomblauwtje (Celastrina argiolus) zie je niet vaak op bloemplanten zitten. Als het door je tuin vliegt kun je het nauwelijks volgen, zo rusteloos lijkt het. In de tuin staat een bloeiende Sedum en dat blijkt de truc te zijn hem te lokken. Ik kreeg alle tijd om het te fotograferen want het was uitgebreid nectar aan het drinken. Deze leuke vlindertjes vliegen in drie generatie en uiteindelijk overwintert het als pop om in maart alweer te verschijnen. Als het weer tenminste meezit. Ik ben dol op ze,
29 juni 2025

In mijn tuin staan meerdere wilde planten tussen de gangbare. Ik probeer daarmee insecten te lokken. Zo heeft ook het Knopig helmkruid zich aardig uitgezaaid. Drie jaar geleden zag ik een hoeveelheid planten in het bos bijeen staan en dacht ik dat ik er best één zou kunnen verhuizen naar onze tuin. Met succes dus.

Voor de fleurigheid hoef je deze plant niet te poten want hij is heel onopvallend. Behalve als je hem goed bekijkt. Knopig wijst op de knopige wortelstok en helm op de bloem. De bloemen worden druk bezocht door insecten.

Ik had al steeds gekeken of de Helmkruidvlinder (Cucullia scrophulariae) eitjes op de planten zou leggen. Ik vond er niet één. Maar vandaag geloofde ik mijn ogen niet: op drie planten zaten rupsen. En dan ook nog in verschillende stadia, een was nog maar een cm groot, de andere bleken al aardig gegroeid, hoe kon ik die nu over het hoofd gezien hebben. Ik snap er niks van.
Aan o.a.de kop kun je herkennen dat het daadwerkelijk om de Helmkruidvlinder gaat. Er is er namelijk nog een die er heel veel op lijkt en nauwelijks anders getekend is: de Kuifvlinder.
Het nachtvlindertje is een heel saai gekleurd insect dat nog wel eens op de Vlinderstruik te zien is. Het vliegt tot half juli in bosrijk gebied. In de Verspreidingsatlas Nachtvlinders staat dat de vlinder vrij zeldzaam is en als bedreigd op de Rode Lijst staat. Mijn al lang niet mee bestaande grootmoeder had de gewoonte overal spreekwoorden en gezegden aan vast te knopen. Zo herinner in mij nog “mooi in de luier mar lelijk in de sluier”. Dat kun je toepassen op deze vlinder met haar mooi gekleurde rupsen. Ze voeden zich met de zaden alsook met de bladeren.
28 juni 2025

De grasschaar was buiten blijven liggen in de regen en toen ik hem oppakte en op de tuintafel legde dacht ik een zaadje op het handvat te zien. Omdat toch de camera er lag, maakte ik er een macrofoto van en zag tot mijn verbazing een minuscuul slakkenhuisje. Het bleek een leeg huisje van een Glanzende agaathoren (Cochlicopa lubrica) te zijn. De slakjes die deze huisjes dragen kunnen zo’n drie jaar oud worden en leggen ongeveer twintig tot dertig eitjes in het voorjaar Twee weken nadat de eitjes zijn afgezet verschijnen de eerste juveniele slakjes. Hun minuscule huisje van ander halve millimeter hoog bestaat dan nog slechts uit twee windingen. Een maand later is er weer een winding bijgegroeid, totdat ze na twee jaar volledig uitgedraaid zijn. De slakjes leven vegetarisch: plantaardig materiaal, schimmels en algen. Lege verse huisjes zijn bruin gekleurd en vaak doorschijnend. Is het lege huisje al wat ouder dan wordt het dof tot wit, en ondoorschijnend. In ons land zijn er 3 soorten van, de Glanzende agaathoren is het meest voorkomend. Maar wie ziet ze ooit, daarom was dit zo’n leuke ontdekking.

Bij het uittrekken van een verdroogde plant stuitte ik op een nest van de Gele weidemier (Lasius flavus). Je ziet ze niet omdat ze ondergronds leven en lichtschuw zijn. Bij de verstoring begonnen ze meteen als een razende de coconnetjes te verplaatsen want daarin huist natuurlijk de volgende generatie. Ze zijn een stuk groter dan de miertjes zelf maar daar hebben ze geen probleem mee. Ik dacht meteen aan de berichten over de Chinese grondtermieten die op verschillende plekken in ons land zijn aangetroffen en die leven van hout. Zo kunnen die bijvoorbeeld een houten kozijnen volledig uithollen en dat merk je pas als de boel in elkaar stort. In het buitenland leidde de schade in huizen tot torenhoge gigantische bedragen. Het KAD vreest dat de vondsten in ons land het topje van de ijsberg zijn. De weidemiertjes zijn onschuldig en worden ook verkocht door mierenboerderijen want er zijn mensen die het leuk vinden zo’n kolonie als hobby te hebben. In de mensenwereld is niets te gek!

Ik zie nauwelijks nachtvlinders, telkens als ik door de jaargangen van mijn foto’s blader, besef ik de achteruitgang. Deze Glanzende vlekstipspanner (Idaea dimidiata) zat op de garagedeur op een wat moeilijk te fotograferen plekje. De spanner vliegt van begin juni tot eind augustus in één generatie; soms een gedeeltelijke tweede generatie in september. De vlinders bezoeken vanaf de schemering bloemen als akkerdistel. Ook in bossen te zien. Het blijkt een heel algemeen voorkomende soort te zijn.
In de zomer loop ik jaarlijks een rondje op de mooie plaatselijke begraafplaats, op zoek naar plantjes en insecten. Er was nauwelijks iets te ontdekken maar wel vond ik er een verbazingwekkende hoeveelheid Klein warkruid (Cuscuta epithymum), ook vaak Duivelsnaaigaren genoemd. Het is een parasiet die alles wat hij nodig heeft uit een bepaalde plant haalt: vocht, mineralen , suikers en eiwitten. Het warkruid heeft zelf geen blad en dus ook geen bladgroen om deze stoffen zelf te maken. In het voorjaar groeit uit een zaadje een rood draadje. Als het een geschikte plant gevonden heeft maakt het luchtwortels en bevestigt die aan de waardplant waarna de ondergrondse worteltjes afsterven. Het dradenstelsel breidt zich enorm uit tot een grote chaotische massa. Ik kende het alleen van de combinatie met heide die inderdaad de favoriete plant van het warkruid is. Waar geen heide is groeit het ook op Walstro, Rolklaver en Tijm. Op de begraafplaats woekerde het over een groot perk met planten die ik niet thuis kon brengen. Maar dat moet in nog een keer gaan uitzoeken als ze bloeien. Op de rode stengels groein vespreid kleine roze bloempjes.
26 juni 2025

De droogte is weer voor even voorbij. Ik heb me de afgelopen week zeer vermaakt met de vele jonge meesjes die bij een watertje in de tuin kwamen. Het leek of ze dat nog nooit hadden gezien en ze niet wisten wat ze ermee aanmoesten.
Onbeholpen stonden ze erbij, zich af te vragen wat ze te doen stond.

Een dapper exemplaar besloot het te proberen. Het deed me herinneren aan de kinderen toen ze klein waren: zie eens, ik durf mijn hoofd al onder water de doen...
Nou, kom je nog, het is best leuk en lekker!
De eerste badbeurt, wat beteuterd staat eem dapper koolmeesje dat ook opeens verscheen, erbij te kijken. Raar om opeens zo'n nat verenpak te hebben....
23 juni 2025
In het afgelopen weekend was ik in Den Haag, de bakermat van mijn familie van vaderskant. Uit nostalgie maakten wij o.a een wandeling in het schitterende Haagse bos, waar ooit mijn grootmoeder dagelijks heen ging om op een bankje te zitten en de eekhoorntjes te voeren. Als kind vond ik dat al heel leuk. Er staan majestueuze bomen met een indrukwekkende stamomtrek.Het is echt een schitterend bos! Ik had de camera meegenomen in de hoop er halsbandparkieten te kunnen fotograferen maar die lieten zich niet zien. In de vele vijvers evenmin watervogels. Hier en daar een meerkoetje, een enkele eend en dat was het wel. Vreemd. Reigers waren er wel, een daarvan had het bos uitgekozen om een poosje in de schaduw te zitten. Zo leek het althans.
Een koppeltje Nijlganzen (Alopochen aegyptiaca) zaten op de kant, die zijn we hier ook genoeg maar in Den Haag zijn ze zeer algemeen. De vogels gedragen zich vaak agressief en verjagen andere van hun nesten. Daarom worden ze tegenwoordig ook verjaagd of afgeschoten. Ook worden soms de eieren geprikt of geschud waardoor ze niet uitkomen.. Wel altijd met een toestemming van de Provincie. Ach jee, ooit werden ze in Egypte vereerd als heilig dier en nu zijn ze de pineut. Het kan verkeren!

De Kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) is een pijlstaart- en een trekvlinder die het ene jaar meer en het andere jaar minder gezien wordt. Is Ik fotografeerde hem in de tuin van mijn zoon. In het voorjaar trekken vlinders vanuit Zuid-Europa naar het noorden wel tot aan poolcirkel toe. Op een gemiddelde dag bezoekt de vlinder 500 bloemen, waarbij hij 70 tot 80 keer per seconde met zijn vleugels slaat, waardoor honderd keer meer energie verbruikt wordt dan wanneer hij stil zit. De kolibrievlinder wordt door wetenschappers onderzocht om meer te weten te komen over het leervermogen van vlinders. Men ontdekte dat kolibrievlinders goed kunnen onthouden welke bloemen veel en welke weinig nectar bevatten. De rupsen leven op meerdere planten maar vooral op het Geel walstro. Achterop hun lijf zit een pijl, vandaar de naam.
Toen de avond begon te vallen verschenen daar ook een paar halsbandparkieten. De vogels hebben een prachtige groene kleur maar ik kreeg alleen een vogel voor de lens die ik in silhouet kon vastleggen. De Halsbandparkiet (Psittacula krameri) is een exoot die het in de randstad en o.m. in Utrecht uitstekend doet. Geschat wordt dat er in totaal in Nederland rond de 12.000 vogels rondvliegen. tot nu toe bedreigt de aanwezigheid nog geen bedreiging voor onze inheemse vogels, al lijkt hij wel een geduchte concurrent van de specht. De vogels maken een hoop kabaal en niet iedereen kan dat waarderen. Ik vond het wel leuk.